In de nieuwe pensioenregeling is dit ‘nabestaandenpensioen’ een verzekering. Het verzekerde bedrag voor uw partner is circa 10% van het salaris dat meetelt voor uw pensioen. Uw partner krijgt elke maand 1/12e deel van deze uitkering zo lang hij of zij leeft.

Daarnaast ontvangt uw partner een vast bedrag van € 20.355 (2025) bruto per jaar bij een voltijds dienstverband. Uw partner krijgt dit tot aan zijn of haar AOW datum.

Elk kind krijgt circa 2% van het salaris dat mee­telt voor uw pensioen. Elk kind krijgt tot zijn of haar 25e elke maand 1/12e deel van deze uitkering.

In de huidige pensioenregeling bouwde u tot 1 januari 2022 een uitkering voor uw partner en kinderen op. Vanaf 1 januari 2022 is het ‘nabestaandenpensioen’ op risicobasis geregeld.

We zorgen ervoor dat het partnerpensioen dat u tot 1 januari 2022 in de huidige pensioenregeling hebt opgebouwd, meegaat naar de nieuwe pensioenregeling. Dit komt dan bovenop het partnerpensioen dat in de nieuwe regeling is verzekerd.

Als u uit dienst gaat dan vervalt de verzekering van partner- en wezenpensioen. Het partnerpensioen dat u heeft opgebouwd in de oude regeling blijft wel staan.

Als u met pensioen gaat vervalt de verzekering van partner- en wezenpensioen. U kunt dan een deel van uw pensioenkapitaal gebruiken voor partnerpensioen.

We kijken elk jaar of de uitkering omhoog kan. En zit het erg tegen, dan is er een kans dat de uitkering in een jaar omlaag gaat.

Om recht te hebben op het partnerpensioen:

• Moeten u en uw partner met elkaar getrouwd zijn of uw partnerschap bij de gemeente hebben geregistreerd; Of
• Moeten u en uw partner minimaal 6 maanden voor uw overlijden een notariële samenlevingsovereenkomst hebben afgesloten. Daarnaast moet uw partner zijn aangemeld bij ons fonds; Of
• Moeten u en uw partner tenminste 6 maanden op één adres wonen en dit moet blijken uit de inschrijving in het bevolkingsregister. Daarnaast moet uw partner zijn aangemeld bij ons fonds.
• Mag uw partner niet uw kind, vader, moeder, opa of oma zijn.

Overlijdt u nadat u met pensioen bent gegaan, dan is ook nog van belang dat:

• U en uw partner al partners waren voordat u met pensioen ging.
• U gekozen heeft voor partnerpensioen toen u met pensioen ging.

Goed om te weten: Uw gemeente informeert ons als u trouwt of een geregistreerd partnerschap sluit. U hoeft niets te doen. Woont u samen in Nederland? Dan informeert uw gemeente ons niet. U meldt uw partner dan zelf bij ons aan. U doet dat via Mijn Pensioencijfers. U kunt in Mijn Pensioencijfers ook nakijken of uw partner bij ons bekend is. Dit staat onder “Mijn gegevens”. Op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat uw partner ook vermeld als deze bij ons bekend is.

In de nieuwe pensioenregeling is de inleg voor pensioen voor alle leeftijden gelijk. Dit is gunstig voor jongeren, maar minder gunstig als iemand al langer pensioen opbouwt. Om te zorgen dat de nieuwe regeling voor de verschillende leeftijdsgroepen gelijkmatig uitpakt is er compensatie. Dit is een extra bedrag dat we toevoegen aan het pensioenkapitaal in de nieuwe regeling.

In de nieuwe pensioenregeling is uw pensioen gekoppeld aan het aantal jaar dat we de inleg voor u kunnen beleggen. Dat is gunstig voor jongeren. We kunnen hun inleg lang beleggen. Omdat er ge­middeld meer goede dan slechte jaren zijn, levert hun inleg naar verwachting meer pensioen op dan nu. Voor mensen die bijna met pensioen gaan, maakt de overstap niet zoveel uit. Zij hebben het grootste deel van hun pensioen al opgebouwd. De overstap is dus vooral voor de middengroep nadelig. Zij hebben de jonge jaren al achter de rug. En in de nieuwe regeling hangt hun pensioenop­bouw voor een belangrijk deel af van het aantal jaar dat hun inleg nog belegd kan worden.

De mensen uit de middengroep die er op achteruit gaan krijgen een compensatie. De hoogte van de compensatie hangt af van het verwachte nadeel. Om in aanmerking te komen moet u op 30 juni 2026 en op 1 juli 2026 pensioen opbouwen bij BPFV.

Als u compensatie krijgt dan ziet u dit in het (voorlopige) overzicht van uw pensioen in de nieuwe regeling. Het voorlopige overzicht krijgt u uiterlijk in mei 2026. Het definitieve overzicht ontvangt u in de tweede helft van 2026.

U krijgt de compensatie alleen als u op 30 juni 2026 en op 1 juli 2026 pensioen bij ons opbouwt. U krijgt geen compensatie van ons fonds:

• Als u op of voor 1 juli 2026 van baan bent veranderd en geen pensioen meer bij ons opbouwt.

• Als u voor op of voor 1 juli 2026 vervroegd met pensioen gaat.

Als u voor of op 1 juli 2026 minder gaat werken dan wordt uw compensatie lager. Voor het berekenen van de compensatie, kijken we naar uw dienstverband op 1 juli 2026.

Dat hangt af van de dekkingsgraad op het moment van de overstap op 1 juli 2026. Is de dekkingsgraad dan 110% of hoger? Dan wordt de compensatie in één keer toegevoegd aan de pensioenkapitalen van de mensen die er recht op hebben. Is de dekkingsgraad lager? Dan voegen we vanaf de overgang naar de nieuwe regeling elke maand een stukje compensatie toe aan de pensioenkapitalen van de mensen die er recht op hebben.

Het pensioen dat u hebt opgebouwd, zetten we om naar een kapitaal in de nieuwe regeling. Het gaat om het pensioen voor uzelf en het pensioen voor uw partner en uw kinderen als u komt te overlijden. Bij het omzetten gaat geen geld verloren. We rekenen nauwkeurig uit wat de waarde is van het pensioen dat u hebt opgebouwd. Die waarde gaat over naar de nieuwe regeling. Dat is uw kapitaal. Vanaf het moment dat u uw pensioen laat ingaan, wordt het kapitaal gebruikt voor het pensioen dat u elke maand krijgt.

Uiterlijk in mei 2026, vlak voordat ons fonds overgaat naar de nieuwe regeling, laten we u zien hoeveel pensioen u hebt opgebouwd in de huidige regeling. U krijgt dan ook een eerste inschatting van uw pensioen in de nieuwe regeling. Ná de overgang krijgt u nog een berekening van ons. Die is nauwkeuriger, omdat we pas op het moment van de overgang precies weten wat de waarde van uw opgebouwde pensioen is.